Op 1 juni 2021 trad het nieuw Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI) in werking dat het vorige van 1981 vervangt. Met de wijzigingen wil men de leesbaarheid en bruikbaarheid vergemakkelijken en de drie verschillende installatieniveaus in het huidige reglement beter definiëren. Eén van de wijzigingen heeft o.m. betrekking op de periodiciteit van de controlebezoeken. Wat moet je hierover weten?
Afdeling 6.5.2. Periodiciteit van de controlebezoeken
Na de gelijkvormigheidscontrole dient elke elektrische installatie het voorwerp uit te maken van controlebezoeken die ten minste de volgende periodiciteit respecteren:
om de 25 jaar voor de huishoudelijke elektrische installaties;
jaarlijks voor de verplaatsbare, mobiele of tijdelijke elektrische installatie zoals bepaald in onderafdeling 2.2.1.1.;
jaarlijks voor de elektrische installaties in ontploffingsgevaarlijke zones zoals bepaald in hoofdstuk 7.102.;
om de 5 jaar voor de andere elektrische installaties.
Technische lokalen: 5-jaarlijkse controle
In het nieuw Algemeen Reglement op de elektrische installaties werd de definitie van een ‘huishoudelijke installatie’ gewijzigd waardoor de technische lokalen van een residentieel geheel en de huishoudelijke werkeenheid niet meer onder de huishoudelijke installatie vallen.
De technische lokalen van een residentieel geheel zijn de lokalen specifiek aan het technisch beheer van het residentieel geheel zoals de stookplaats, het machinewerk van liften… Dit heeft tot gevolg dat bij deze lokalen een andere periodiciteit voor wat betreft controlebezoeken van toepassing is, in dit geval 5-jaarlijks en niet meer 25-jaarlijks.
De situatie wordt derhalve moeilijk op te volgen vermits in één elektrische installatie twee periodiciteiten (25- en 5-jaarlijks) moeten worden toegepast.
Desbetreffende passage in het Algemeen reglement biedt echter de ruimte tot een pragmatische oplossing om bij de 5-jaarlijkse controle van het technisch lokaal ook de volledige installatie van de gemeenschappelijke delen mee te laten keuren.
Uiterlijke datum
In het artikel wordt gesteld dat de controlebezoeken ten minste binnen een bepaalde periodiciteit moeten gebeuren. Voor de huishoudelijke elektrische installaties moet de keuring ten minste om de 25 jaar gebeuren. In se dient dit als een uiterlijke datum te worden aanzien en zou men er kunnen voor opteren om de desbetreffende keuring vroeger te laten uitvoeren (bijvoorbeeld om de 5 jaar). Dit komt al zeker de veiligheid van het gebouw ten goede.
Bron: CIB