Een kot in een Vlaamse studentenstad wordt volgend academiejaar 13,46 procent duurder. Dat zegt CIB Vlaanderen op basis van de eerste afgesloten contracten. Vorig academiejaar kwam er al eens 6,84 procent bij, zo zit je aan een prijsstijging van 20 procent op twee jaar tijd. “De torenhoge inflatie komt hier bovenop de schaarste waar we al vijf jaar voor waarschuwen”, zegt Kristophe Thijs, communicatiedirecteur van CIB Vlaanderen. Thijs mocht onder meer tekst en uitleg geven in Het Laatste Nieuws en op ROB TV. Bekijk ook de ATV-reportage.
CIB monitort de evolutie van de kotprijzen via de contracten die via makelaars worden afgesloten. Dat zijn er gemiddeld enkele duizenden per jaar. “Voor het academiejaar 2023-2024 zijn er nu al een kleine 500 contacten geregistreerd, die geven een eerste indicatie van het effect van de inflatie en de energiecrisis op de prijs van een kot”, zegt Thijs.
Goed nieuws voor de ouders heeft Thijs niet. “Een kot in Vlaanderen kostte dit jaar gemiddeld 453 euro per maand. Volgens de eerste data voor volgend academiejaar, stijgt de gemiddeld prijs verder door naar 514 euro. Stel je voor: vijf jaar geleden kwam je er nog met 391 euro. Vergeleken met het lopende jaar, komt er volgend jaar alweer meer dan 60 euro of 13,46 procent bij. Ongezien is dat, vooral omdat een kot vorig jaar al 6,84 procent duurder werd.”
Kwalitatief hoger segment
Vooral de prijzen in Gent en Leuven zijn stevig aan het stijgen, weet Thijs. In Gent kostte een gemiddeld kot dit jaar al 475 euro, dat schuift volgend jaar verder op naar 540 euro. In Leuven gaat het van 471 naar 569 euro. Voor Antwerpen heb ik nog geen indicaties voor volgend academiejaar, nu zitten ze daar ook al op een gemiddelde van 446 euro per maand of net onder de 500 euro met de energiekost inbegrepen. Want bovenop de huurprijs moet je meestal nog een kost bijtellen van 30 tot 50 euro voor energie, water en internet. Je zal maar drie kinderen hebben die op kot willen, met 1.500 euro per maand kom je er dan niet meer voor hun huisvesting alleen al.”
Kristophe Thijs benadrukt dat de koten die via vastgoedmakelaars worden verhuurd, kwalitatief in een hoger segment zitten. “Je kan ervan uitgaan dat dit studentenkamers zijn die iets meer privacy bieden, soms met eigen douche en toilet. Maar een eigen keuken zullen ze meestal niet hebben. Als die eerste contracten voor volgend academiejaar toevallig allemaal heel chique koten zijn - dat kan ik in mijn data niet zien - kunnen de cijfers een ietwat vertekend beeld geven. Maar dat de kotprijs aanzienlijk omhoog gaat, is duidelijk.”
De vaststellingen van Thijs worden overigens gestaafd door prijsstijgingen die de universiteiten al aankondigden. Zo worden alle koten die de UGent zelf verhuurt volgend jaar 11 procent duurder. De KU-Leuven kondigde voor niet-gesubsidieerde residenties een aanpassing van de naakte huurprijs aan met 11,25 procent. Daarnaast gaan de energiekosten van 30 naar 60 euro per maand. Eerder schreef ‘De Morgen' al dat de Universiteit Antwerpen de tarieven voor de weinige kamers in eigen beheer, die uitsluitend verhuurd worden aan studenten die het financieel moeilijk hebben, optrekt met 22 procent. Aan de VUB stijgen de huurprijzen met 6 tot 12 procent terwijl er vorig jaar al 16 procent bij kwam.
Zenuwachtigheid
De dure prijzen zorgen voor zenuwachtigheid. Op een openkotdag die in maart in Leuven werd georganiseerd, stonden op sommige plaatsen wel honderd mensen aan te schuiven. Studenten en hun ouders klaagden dat de gevraagde huurprijzen hoger uitvielen dan vermeld op de websites. “Dat soort taferelen zie je ook in Gent”, zegt Kristophe Thijs. “Als de eigenaars van een kot zien dat er 50 studenten opdagen voor de bezichtiging, weten ze dat ze de prijs kunnen opdrijven. Wettelijk kunnen ze dat ook. De meeste koten worden verhuurd immers voor tien en maximum twaalf maanden. Ze zijn niet gebonden aan de gezondheidsindex, zoals de huurprijzen op de woningmarkt.”
Op twee jaar tijd komt er zo makkelijk 20 procent bij op de prijs van een kot. “De torenhoge inflatie komt hier bovenop de schaarste waar we al vijf jaar voor waarschuwen”, zegt Kristophe Thijs nog. “Volgens het Kotkompas komt er tegen 2030 een tekort van een kleine 100.000 koten op ons af, gezien het toenemend aantal buitenlandse studenten en de demografische evolutie. Dat laat zich nu al voelen. Probleem is dat projectontwikkelaars 5 tot 7 jaar nodig hebben om grote projecten rond te krijgen, omdat de gemiddelde wachttijd voor hun vergunning te hoog oploopt.”
(Het Laatste Nieuws)