In het geval dat een huurder een woninghuurovereenkomst heeft beëindigd via een aangetekende brief die op 29 april is verzonden, maar de verhuurder ontvangt deze brief pas enkele dagen later, zijn er specifieke regels die bepalen wanneer de opzegtermijn effectief van start gaat. Dit wordt geregeld door artikel 53 bis van het Gerechtelijk Wetboek, afhankelijk van de manier waarop de opzegbrief is verzonden.
Als de opzegbrief wordt verzonden via aangetekende brief of gewone brief, begint de termijn te lopen vanaf de derde werkdag na de dag waarop de brief aan de postdiensten is overhandigd. Dit betekent dat de verhuurder pas enkele dagen na 1 mei op de hoogte zou zijn van de opzegging.
Indien de opzegbrief wordt verzonden via aangetekende brief met ontvangstbewijs, begint de termijn te lopen vanaf de eerste dag na de dag waarop de brief is aangeboden op de woonplaats van de geadresseerde. Dit zou ook betekenen dat de verhuurder pas na 1 mei op de hoogte zou zijn van de opzegging.
In beide gevallen begint de opzegtermijn dus niet op 1 mei, omdat de verhuurder de brief niet op die dag heeft ontvangen. Volgens artikel 3, §9 van het Vlaams Woninghuurdecreet begint de opzegtermijn pas op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging is gedaan.
Concreet betekent dit dat als de opzegbrief pas enkele dagen na 1 mei door de verhuurder wordt ontvangen, de opzegtermijn pas op 1 juni begint te lopen. Dit zorgt ervoor dat de huurder en de verhuurder voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op het einde van de huurovereenkomst en om eventuele regelingen te treffen voor de overgangsperiode.